Waarom is dit belangrijk?
Onze berglocaties liggen in het hart van uitzonderlijke natuurlijke habitats, van de bergweiden van het Nationaal Park Vanoise in Champagny-en-Vanoise tot de Chiaupe-gletsjer. Deze gebieden vormen de kern van ons leven en geven ritme aan onze activiteiten, winter en zomer. Daarom kennen we ze, bestuderen we ze en meten we hun evenwicht tot in detail.
Vanaf het begin van het ontwerp van het station waren de architectonische keuzes erop gericht om zo min mogelijk inbreuk te maken op de ruimte die bestemd is voor het skiën en de infrastructuur, wat een beperkte inname van de oppervlakte tot voordeel had. In de hoogte bouwen in plaats van verspreid ruimte te consumeren, meerdere woonzones bouwen om op menselijke schaal te blijven.
Stel je eens voor! Als onze 55.000 bedden verspreid zouden zijn in individuele 6-persoons chalets, zouden we er niet minder dan 9.100 nodig hebben.
C’est quoi le jour du dépassement ?
Chaque année, le « Jour du dépassement de la Terre » est calculé par l’institut de recherche californien Global Footprint Network. Ce Jour du dépassement désigne le jour à partir duquel l’humanité a dépensé l'ensemble des ressources renouvelables que la Terre est capable de régénérer en un an.
Positionné au niveau mondial le 28 juillet, cela signifie qu'il faudrait 1,75 Terre, selon l’Organisation Non Gouvernementale WWF, pour tenir le rythme de notre consommation actuelle de ressources. Mais ce jour cache d'énormes disparités d'un pays à l'autre. Ainsi en France, le jour du dépassement est le 5 mai, ce qui signifie que si toute l'humanité consommait autant de ressources qu'un Français, il faudrait 2,7 planètes comme la Terre pour subvenir à nos besoins, ce qui nous place dans le top vingt des plus gros consommateurs du monde.
Notre objectif commun est de faire reculer ce Jour du dépassement, pour permettre à la Terre de régénérer ce que l'on prélève et ainsi desserrer l’étau autour des ressources. Pour cela, notre économie doit se transformer en réduisant la production de biens, et doit devenir massivement circulaire, pour extraire moins de ressources et valoriser au maximum celles qui sont déjà extraites.
De kwetsbaarheid van het evenwicht tussen menselijke activiteiten, die op bepaalde momenten intens zijn, en het leven van natuurgebieden en hun niet-menselijke bewoners is één van onze belangrijkste zorgen. Wij werken dagelijks samen met vele actoren die onze projecten ondersteunen, ons helpen te verbeteren en ons hun expertise ter beschikking stellen: impactstudies voorafgaand aan onze ontwikkelingsdossiers, vergunningen voor het ontginnen van land of water, afgegeven door de milieuautoriteiten, acties om bepaalde habitats zoals drasland te herstellen, bescherming van soorten, enz.
Onze eerste stappen
Behoud van een rijke biodiversiteit
Het milieuobservatorium van het skigebied van La Plagne werd in 2014 opgericht. Het wordt uitgevoerd door het studiebureau Karum, dat gespecialiseerd is in het milieu. De observatie van de fauna, flora en de opvolging van het landschap maken het mogelijk om onze kennis met betrekking tot milieugevoeligheden te versterken. De bestudeerde perimeter komt overeen met het werkgebied van het skigebied.
De Bruine Kikker is zeer aanwezig in het skigebied. De soort is bekend sinds 2014 en vertegenwoordigt 108 van de 110 amfibie-waarnemingen die in het skigebied zijn uitgevoerd. In 2020 werden volwassen kikkers, jonge kikkers en kikkervisjes waargenomen in 2 nieuwe draslanden onder de Inversens-tunnel en stroomopwaarts van het Blanchets-meer. De soort werd waargenomen tot op een hoogte van 2750 m in het skigebied, onder de Chiaupe-gletsjer.
De draslanden bewaren
Met hun bijzonder rijke biodiversiteit zijn draslanden gebieden waar voor het milieu veel op het spel staat. Ze spelen ook een cruciale rol in de watercyclus. Ze maken het namelijk mogelijk water te "bufferen" volgens het principe van een spons. Als er niet genoeg water is, laten ze het water los. Als er te veel is, zullen ze het absorberen. Dit is het geval met het drasland van het Carella-plateau, dat zijn rol vervult: het land raakt verzadigd met water wanneer de sneeuw smelt of tijdens regenbuien/onweer, wat het risico van overstroming van de beek beperkt, en in drogere perioden, zoals in de zomer van 2022, helpt het drasland de beek te voeden door water af te geven.
De grond opnieuw begroeien
Sinds vele jaren werkt de exploitant van het skigebied van La Plagne aan de herbegroeiing van de bodem als gevolg van zijn werken om de impact ervan voor de natuurlijke omgeving, de weiden of de heide te verzachten.
Sinds 2010 gebruiken ze de zogenaamde techniek van "étrépage" om de bodemstructuur, schimmels, bacteriën en vegetatie op hun plaats te houden. Deze praktijk bestaat uit het verwijderen van de bovenlaag (kluiten grond en vegetatie) om ze op een andere plek weer te deponeren. Dit is een iets tijdrovender en duurder proces, maar het behoudt de oorspronkelijke vegetatie en verbetert de kans op herstel.
Sinds 2020 betrekt de beheerder zaden van het label "Végétal Local", dat mengsels aanbiedt die 20% tot 25% lokale plantenzaden bevatten. Tegelijkertijd neemt hij deel aan talrijke onderzoeksprogramma's op dit gebied, met name door testzones op het domein ter beschikking te stellen. Het zaadbedrijf Phytosem, waarmee sinds 2014 wordt samengewerkt, biedt vooral 2 mengsels "Boven 2000 m hoogte" en "Onder 2000 m hoogte" aan. Deze zaadmengsels zijn aangepast aan het terrein van La Plagne. Ze worden verfijnd na jaarlijkse bezoeken aan de zaaiplaatsen. Zo kunnen we alle plantensoorten op het terrein handhaven.
Wonen, werken en opgroeien in de buurt van een natuurpark
Een deel van het bergdomein van La Plagne ligt in het Nationaal Park Vanoise. Dit laatste park, dat werd opgericht in 1963 vanwege het verdwijnen van de steenbok, is het oudste nationale park van Frankrijk. Het biedt een majestueuze ruimte, tussen de Maurienne en de Tarentaise, en wordt gekenmerkt door een zorgvuldig bewaarde fauna en flora. Het park werd opgericht om de natuur te beschermen, maar vandaag de dag is de belangrijkste taak van het park het behoud van de landschappen, de diversiteit van de planten- en diersoorten en het culturele erfgoed.
Het dal van Champagny-le-Haut, gelegen in de gemeente Champagny-en-Vanoise, is een toegangspoort tot het Nationaal Park Vanoise. Dit gebied is erg populair en vormt een grote uitdaging op het gebied van landschap, soorten en natuurlijke omgeving. De grote aanwezigheid van steenbokken, vooral in de winter en het voorjaar, maakt het een ideaal gebied voor de wetenschappelijke opvolging van de soort. In het kader van het Europese Alcotra lemed-Ibex programma voor de Alpensteenbok, en om de verplaatsingen van de soort beter te kunnen volgen, heeft het Nationaal Park Vanoise een aantal steenbokken voorzien van GPS-halsbanden. De gevolgde steenbokken kregen een naam van schoolkinderen uit Champagny-en-Vanoise, die hen gedurende het programma live konden volgen via een website. 8 steenbokken werden in 2019 gemerkt (in de sector Pralognan) en 140 dieren werden opgevolgd. Door deze opvolging hebben wetenschappers de bewegingen van de soorten en hun leefgebieden beter in kaart kunnen brengen.
FOCUS: Pad Plan des Gouilles - Laisonnay
Er zijn veel paden in het Nationaal Park Vanoise, die in de zomer veel belopen worden door wandelaars. Ze moeten onderhouden, verbouwd of zelfs aangelegd worden.
Doel van de aanleg van een pad: de toegang tot de berghut Plan des Gouilles openstellen door een begaanbaar pad aan te leggen.
Methodiek: overleg tussen het PNV (Nationaal Park Vanoise), de CAF (Franse Alpenclub) die de betrokken berghut beheert, de jagers en de gemeente om verschillende oplossingen te bestuderen.
Werkzaamheden: een smal pad (60 cm) om de het alpiene karakter te behouden en de impact op de natuurlijke omgeving te beperken.
Werkzaamheden die uitsluitend met de hand worden uitgevoerd (schoppen en pikhouwelen).
Onze bossen helpen zich aan te passen aan de klimaatverandering
Zoals we weten hebben de bomen en bossen in onze streken rechtstreeks te lijden onder de opwarming van de aarde: ontwikkeling van ziekten veroorzaakt door de schorskever, en aanvallen van insecten zoals de letterzetter die sparrenbossen teisteren, steeds vaker voorkomende branden, maar ook door kaalkap. In de gemeente Champagny-en-Vanoise heeft een project in samenwerking met het ONF (Office National des Forêts) en de lagere school van het dorp het mogelijk gemaakt om dit najaar een vijftigtal nieuwe soorten aan te planten op een stuk grond dat vroeger een ‘affouage’ was (een gebied dat werd toegekend voor het kappen van brandhout): grove den, Europese lork en gewone esdoorn. Deze testsoorten moeten onze bossen in staat stellen zich beter aan te passen aan deze nieuwe bedreigingen.